Ze maakten hem wakker en riepen: Meester, meester, we vergaan! Hij stond op en sprak de wind en de golven bestraffend toe. Daarop ging de wind liggen en kwam het water tot rust. Hij vroeg hun: Waar is jullie geloof? De leerlingen waren geschrokken en zeiden vol verbazing tegen elkaar: Wie is hij toch, dat zelfs de wind en het water zijn bevelen gehoorzamen?
Nu kijken we nog in een wazige spiegel, maar straks staan we met God oog in oog. Nu is mijn kennen nog beperkt, maar straks zal ik God volledig kennen, zoals ik zelf gekend ben
Dit moet gij doen: spreekt waarheid onder elkander, oefent eerlijke en heilzame rechtspraak uit in uw poorten; ...beraamt in uw hart elkanders onheil niet, en hebt geen valse eed lief, want dit alles haat Ik, luidt het woord des HEREN.